Bijbelstudie – Door God ingegeven (2 Tim. 3:16-17)

Er zijn veel wetenschappelijke bewijzen aan te voeren voor zowel het scheppingsmodel als het evolutiemodel. Sommige bewijzen worden zelfs door beide partijen gebruikt! Dat geeft ten diepste aan dat de kwestie schepping of evolutie niet gaat om de feiten, maar een geestelijke zaak is. Daarom verzorgt WaaromSchepping af en toe een korte Bijbelstudie die direct of indirect met deze kwestie te maken heeft.

Heel de Schrift is door God ingegeven en is nuttig om daarmee te onderwijzen, te weerleggen, te verbeteren en op te voeden in de rechtvaardigheid,
opdat de mens die God toebehoort, volmaakt zou zijn, tot elk goed werk volkomen toegerust.

2 Timotheüs 3:16-17 (HSV)

Context
Paulus heeft deze brief aan zijn leerling Timotheüs vanuit zijn gevangenis in Rome geschreven (1:8, 17) zo rond 64-65 n. Chr. Hij ziet zijn einde naderen (4:6-8). Daarom schrijft hij nog één laatste brief aan zijn protegé, om hem te bemoedigen. Hij roept Timotheüs op om te volharden en te gaan staan in en bewegen vanuit de liefde van God. Het middendeel van de brief (2:14-4:5) bevat waarschuwingen over hoe om te gaan met dwaalleraars. Paulus uit heftige woorden: hij noemt twee gemeenteleden bij naam (Hymeneüs en Filetus) en

Apostel-Paulus-in-de-Romeinse-gevangenis-Rembrandt-Harmenszoon-van-Rijn-ca.-16271
Paulus in de gevangenis – Rembrandt

schrijft van hen dat ze “in de strik van de duivel” zijn. Als een dominee dat vandaag tegen zijn gemeenteleden zegt maakt hij zich niet populair. Maar voor Paulus is er geen twijfel: dwaalleraars hebben geen plek in de gemeente van Christus.
Paulus roept Timotheüs op om hem na te volgen, en om dicht bij de Bijbel te blijven. Hij eindigt hoofdstuk 3 met de woorden uit ons Bijbelvers voor vandaag. Paulus waarschuwt dat er mensen zullen zijn die “de gezonde leer niet zullen verdragen”, maar in plaats daarvan ‘voor zichzelf leraars zullen verzamelen overeenkomstig hun eigen begeerten: “Ze zullen hun gehoor van de waarheid afkeren en zich keren tot verzinsels” (4:4).
Zoals hij wel vaker doet sluit Paulus ook deze brief af met een aantal praktische zaken: hij vraagt Timotheüs om hem te komen bezoeken, en dan gelijk zijn mantel en boeken mee te nemen die hij in Troas heeft laten liggen. Opmerkelijk dat ook dit soort hele menselijke noden in de Bijbel zijn opgenomen.

Gods Woord
De Bijbel is Gods Woord. Maar God heeft mensen gebruikt om de Bijbel te schrijven. De Heilige Geest werkte door die mensen heen om de juiste inhoud mee te geven. Maar je ziet in verschillende Bijbelboeken wel verschillende schrijfstijlen terug, de schrijvers hebben wel hun eigen individualiteit behouden: ze zijn niet als robots of bezetenen ‘overgenomen’ door de Heilige Geest. Hierin hoor je een echo van de profetenboeken uit het Oude Testament, waar ik weet niet hoe vaak staat: “Zo spreekt de Heer” en “Het woord van de Heer kwam tot…”. Diezelfde God heeft ervoor gezorgd dat de juiste dingen in Zijn Woord zijn opgenomen.

De hele Schrift
Paulus gaat ervan uit dat wat in de Bijbel (beter: het Oude Testament) staat waar is. Dat blijkt onder andere uit ons vers. Paulus schrijft dat de hele Schrift door God is ingegeven (Gr. theopneustos – door God ingeblazen). En gezien God niet kan liegen (Num. 23:19) betekent dat dus dat wat in de Bijbel staat klopt. Paulus laat dat geloof ook zien in zijn andere brieven. Zo legt hij in Romeinen 5 en 1 Korinthe 15 heel duidelijk de link tussen Jezus en Adam: Jezus is gekomen om de zondeval van Adam teniet te doen.
Het Griekse woord voor Schrift (grafè) geeft aan dat het hier echt om de geschreven teksten gaat, om de woorden die door de profeten en de apostelen zijn neergepend. Het is in deze tijd verleidelijk om te zeggen dat de ‘gedachte achter de woorden’ door God geïBijbelnspireerd zou zijn. Dat klinkt vroom, maar dat is niet wat de Bijbel zegt.

Onderwijzen, weerleggen, verbeteren en opvoeden
Volgens Paulus kan Timotheüs de Bijbel gebruiken om te onderwijzen, weerleggen, verbeteren en op te voeden in rechtvaardigheid. De eerste twee woorden gaan over ‘de gemeente’: het onderwijzen van de Schrift, en het weerleggen van dwaalleren (het gaat hier om bewijs). Opbouwen en afbreken. De tweede set gaat over je persoonlijk leven, de persoonlijke toepassing: een slechte gewoonte afleggen en goede gewoontes aannemen. Afbreken en opbouwen.
Je kunt de Bijbel dus gebruiken om de wereld te bestuderen. Dat mag. Leer wat er in de Bijbel staat, en gebruik dat als je interpretatiekader voor de schepping. Maar niet in de minste plaats is de Bijbel er ook voor je eigen geestelijke opbouw. In de eerste verzen van hoofdstuk 3 geeft Paulus een aantal slechte eigenschappen die verbeterd moeten worden. In vers 10 en 11 noemt hij positieve eigenschappen waarin je jezelf mag oefenen. Op die manier is de Bijbel een spiegel voor je die je laat zien wie je bent. En tegelijk is het ook een maatstaf voor de waarheid. Alles wat als waarheid geproclameerd wordt moet je testen aan de Bijbel. Hou je je hieraan, dan zul je in Gods ogen volmaakt (het Griekse woord artios komt maar één keer voor in de Bijbel – het betekent perfect, in de zin van: nieuw, compleet) zijn, en ben je toegerust voor elk werk dat de Heer je wil geven.

Reflectievragen
-Hoe kun je de Bijbel concreet (nog meer) in je eigen leven gaan toepassen?
-Met welke buiten-Bijbelse leerstellingen kom je in aanraking? Hoe ga je die aan de Bijbel toetsen?
-Wat betekent het voor jou dat de hele Schrift door God is ingegeven?
-Voor welk werk heeft God je geroepen? Denk niet alleen aan je baan, maar ook aan je bediening, gezin, kerk, etc. Hoe kunnen Gods Woord en Gods Geest je helpen om hierin volmaakt te worden?


4 reacties op ‘Bijbelstudie – Door God ingegeven (2 Tim. 3:16-17)

  1. “Paulus schrijft dat de hele Schrift door God is ingegeven (Gr. theopneustos – door God ingeblazen). En gezien God niet kan liegen (Num. 23:19) betekent dat dus dat wat in de Bijbel staat klopt.”

    Ik weet natuurlijk niet wat u precies met “de Bijbel” bedoelt, maar ik denk dat Paulus hier vooral het Oude Testament op het oog had. Ik denk niet dat hij zijn eigen brieven als ‘Schrift’ zou zien. Ook denk ik niet dat hij alle boeken van het Nieuwe Testament kende (bijv. Openbaring of Jakobus).

    Like

  2. Voor mij is de Bijbel Gods Woord als het gaat om de diepere bedoelingen van God in de woorden die Hij door mensen (profeten) heeft laten optekenen. De inspiratie komt uiteraard van Godswege, maar het schriftelijk vastleggen was mensenwerk.
    Daarom is de Bijbel voor mij een boek van God en mensen voor mensen.
    Gods directe inspiratie in de Bijbel is eeuwig en waar. Maar wat mensen doen en denken kan voor toen normaal geweest zijn, maar kan voor ons obsoleet of zelfs , onaanvaardbaar zijn, zoals bijvoorbeeld, slavernij of veelwijverij.
    Voor mij is de Bijbel geboren uit God in relatie tot de samenleving van mensen. Het eerste heeft eeuwigheidswaarde, maar samenlevingen staan onder invloed van de tijd.
    Dat maakt voor mij de Bijbel tot een boek van God en mensen, voor mensen

    Like

Plaats een reactie