Dag 6 – maandag 4 juni
Vanaf vandaag gaan de weekdagen er waarschijnlijk steeds een beetje hetzelfde uitzien. Vanmorgen kregen we, na ontbijt, corvee en dagopening, eerst een instructie voor hoe we de botten die we tegenkwamen moesten uitgraven. Je begint met een vierkant van een meter breed en een meter hoog. Vandaar graaf je voorzichtig, laagje voor laagje, met een plamuurmes de bovenste 15-20 cm diep uit. Als je iets tegenkomt moet je het rondom uitgraven, de breuken vol druppelen met superlijm, en dan documenteren: de dag, wat het is, in welke staat het is, kaartje erbij, foto’s laten maken en gps-coördinaten op laten nemen. Daarna graaf je het bot verder uit en wikkel je het in aluminiumfolie.

Mijn eerste dag bestond uit vooral souvenirs. Kleine stukjes, vooral versteende pezen, en bot- en tandfragmenten die te klein zijn voor de gps mag je meenemen.
Het eerste deel van de dag moest ik zand afgraven dat de groeve was ingespoeld in het afgelopen jaar. Pas helemaal aan het eind van de dag vond ik mijn eerste grote stuk bot. Of eigenlijk: twee fragmenten. Geen idee van wat voor bot of dier ze zijn (waarschijnlijk een eendenbekdino: Hadrosaurus, want die worden veel gevonden in deze groeve).
Anderen van mijn team hadden interessantere vondsten. Iemand vond een Velociraptor-tand, een krokodillentand, enkele stukjes schildpad, en verschillende Hadrosaurus-teenkootjes.
De nachten zijn redelijk koud, de dagen best warm. Gelukkig kwamen gedurende de dag partytenten over de graafplekken te staan.

Na het eten was de eerste van een serie colleges van Art Chadwick. Aan het eind van dit project komt een toets voor wie wil (of wie de studiepunten wil). Het eerste college was een algemene introductie over de Lance formatie (de geologische laag waarin de dinobotten zitten) en welke dinobotten er op de Hanson Ranch gevonden kunnen worden.
Dag 7 – dinsdag 5 juni
De routine begint een beetje erin te slijten, ook bij mij. Ontbijt is om 7 uur kamptijd. Hoewel Wyoming officieel in de Mountain tijdzone zit (8 uur vroeger dan Nederland) hanteren we in het kamp de tijdzone van Texas (Central; 7 uur eerder). Ik zet mijn wekker op half 7, dan heb ik nog even de tijd om met Inge te bellen. De hele dag bij de groeve is er geen bereik, en wanneer we ’s avonds terug zijn is het in Nederland midden in de nacht.

De deelnemers zijn ingedeeld in vier groepen. Dat zijn de groepen waarmee je graaft, en tevens de corveegroepen. Ik zit in de grootste groep die bij North Quarry graaft, de rijkste groeve die al meer dan twintig jaar een hele serie Hadrosaurus-botten oplevert.
Het corveeschema rouleert: wij begonnen gisteren met schoonmaken, vandaag hadden we de aanbidding (inclusief gebed voor het eten), morgen vrij en overmorgen koken. Onze groepsleider is Jared Wood, werkzaam bij de SWAU. Het leuke is dat er een paar gitaren zijn meegekomen voor tijdens de dagopening. Vandaag was de eerste keer dat ik speelde, eerder deed een van de Zuid-Amerikaanse studenten het steeds (en vandaag deden we het samen).
Later in de groeve vroeg Jared me of ik even bij hem kon komen. Oeps, wat heb ik nu verkeerd gedaan… Gelukkig niks. Hij vond dat ik duidelijk beter speelde dan onze andere gitarist en vroeg me of ik in het vervolg zoveel mogelijk de muziek wilde verzorgen.

Deze dag leverde meer op dan gisteren. Eerst groef ik een stuk naar beneden toe om te zien of we geen grote botten hadden gemist (die liggen onderop). Dat was een gedeeltelijk succes, want ik vond nog een flink gefragmenteerd stuk, maar geen grote botten. Daarna wat verder naar achteren toe en vanaf de bovenkant. Daar kwam ik een mooie Hadrosaurus-tand tegen, en een klein cilindervormig botje dat waarschijnlijk een staartwervel is. Verder heb ik nog wat leuke kleine fragmentjes gevonden die ik mee mocht nemen, waaronder een gefossiliseerde schub van een kaaimansnoek (die vind je hier veel).
Toen was het terug naar het kamp, want de lucht begon flink te betrekken. We hebben een klein beetje regen gehad, maar niks om over naar huis te schrijven (sorry, dat doe ik nu toch). Bij het kamp aangekomen hadden een paar jongens een mooie stierslang gevonden (niet giftig) die nog even met mij op de foto wilde poseren.

De lezing ’s avonds was een introductiecollege geologie. Want dinobotten zitten in de grond, dus als je de botten uit de grond wilt halen, moet je ook het een en ander van geologie weten.
Dag 8 – woensdag 6 juni
Elke dag komen er nieuwe tenten bij. Vanmorgen was er een lerares met een zestal middelbare scholieren die een weekje mee komen graven. De leeftijden hier lopen (naar schatting) uiteen van kinderen van een jaar of 5-6 tot mensen die de 70 al een poosje achter zich hebben gelaten. De meeste deelnemers zijn studenten (of in die leeftijd).
Het graven vandaag leverde in mijn stukje van de groeve niet veel op. Ik had één versteende pees aan het eind van de dag. Wel een paar kleine fragmenten die ik mee mocht nemen. De reden daarvoor is dat ik eerst een heel stuk van de bovenkant af moest halen, laagje voor laagje met een spatel. Maar, in die laag vond ik twee kleine, glimmende fragmenten die mogelijk van een theropode (tweepotige vleeseter) zijn. Die hebben fragiele, holle botten en fragmentjes kunnen wijzen op een completer bot eronder. Dus kreeg ik de opdracht om de komende 5 centimeter heel langzaam af te graven. Dat lukte, maar de rest van het bot ontbrak.
Het bovenste stuk was zanderig, en daarna kwam je bij de laag moddersteen. Dat is de laag waarin de dinobotten zitten. Ik vond daar een interessant uitziend stukje waarvan niemand wist wat het was, maar voor het onderzoek was die niet interessant. Dus: souvenir!

Niet lang daarna vond ik m’n pees, het enige ‘bot’ dat interessant genoeg was om te gps’sen. Voor de gps zijn langwerpige botten en botfragmenten het meest gewild. Die geven namelijk een beeld van in welke richting het water stroomde toen deze laag werd afgezet.
Verder naar beneden toe verwacht ik meer botten te vinden. Er zitten gemiddeld zo’n dertig botten per kubieke meter gesteente, dus hier en daar moet ik iets tegenkomen.
Vlak voordat we naar het kamp gingen werd Jared opgeroepen. Iemand had een ratelslang gezien. Jared hield hem voor ons apart om te bekijken en een heel eind van het kamp vandaan werd hij opnieuw vrijgelaten. De eigenaar van de ranch is niet zo dol op ratelslangen (die zijn immers dodelijk voor mensen), maar Jared, die slangen bestudeert, kon dat toch niet over zijn hart verkrijgen.

In de avond was er geen college, omdat Chadwick iemand op moest halen van het vliegveld. In plaats daarvan werd Is Genesis History? gedraaid, die we ook met Weet hebben uitgegeven en ik dus al verschillende keren heb gezien. Daarom heb ik de avond besteed aan het bestuderen van het boek voor de cursus.