Dag 16 – donderdag 14 juni
Gisteren ging ik met vest en lange broek naar Gar, maar vandaag was het al direct warm. En het werd alleen maar warmer. Gelukkig hadden wij vandaag kookdienst, want dat betekende dat we een uur eerder naar het kamp terugkeerden. Maar voor het zover was moest er gegraven worden.

Links van mij werkte een echtpaar uit de VS met een Mexicaanse achtergrond (Raoul en Zuri, als ik het goed schrijf), en rechts zat Hiep (uitspraak: Hip) uit Vietnam. Hiep was bezig een groot bot (mogelijk een rib van een Triceratops uit te graven, en al doende kwam hij steeds dichter bij mij uit. Raoul (die gisteren met zijn vrouw een uitje maakte) zat al dicht bij mij dus ik voelde me een beetje ingeklemd. Maar plat op mijn buik liggende kon ik toch een flink aantal fragmenten vinden: een stukje van een schildpad (osteoderm, een bot dat in de huid groeit en niet vastzit aan de rest van het geraamte), een osteoderm van een krokodil, wat ondefinieerbare botfragmenten, een fragment van een Triceratops-tand en nog wat interessant uitziende maar niet direct herkenbare botjes.

Ik begon ’s morgens met het vastmaken van de partytenten. Ik had wat touw meegekregen. ’s Middags kregen we een paar flinke windvlagen (die ervoor zorgden dat verschillende van de briefjes aan de wandel gingen, maar de tenten bleven staan!
Voor onze corvee werken we vanuit Gar Ridge samen met de mensen van Newfield Quarry, een nieuw geopende groeve. Daardoor hadden we genoeg mensen in de keuken en was het eten snel klaar. Even opruimen, en dan klaar zitten voor het college.
Dat ging vanavond over de dieren en planten die in de lagen van het Mesozoïcum (Trias, Jura en Krijt, de dino-‘tijdperken’) worden gevonden. Een overkoepelend thema is het plotseling verschijnen van soorten zonder aanwijsbare voorouder. Het ging nog even kort over de evolutie van dino naar vogel en Archaeopteryx, maar daarover krijgen we later nog meer onderwijs.

We zijn nu twee weken in het kamp, en de sfeer is erg positief. De meeste mensen staan direct voor elkaar klaar (er zijn er altijd wel een paar die wat aan de luie kant zijn) en over het algemeen is iedereen vriendelijk, al worden er ook wel wat opmerkingen uitgedeeld naar de mensen die ze kunnen incasseren. Het grootste deel van het eten is, zoals verwacht, vegetarisch. Verschillende mensen zijn veganist, dus daar moet apart rekening mee worden gehouden. Wat ik dan wel apart vind is dat er bij het ontbijt en bij sommige gerechten ‘veggie meat’, vegetarisch ‘vlees’. Nu vind ik natuurlijk dat iedereen zijn eigen levensstijl mag kiezen en er zijn eigen redenen op na mag houden om wel of geen vlees of dierlijke producten te eten, maar als ik de keuze heb tussen echt vlees of ‘veggie meat’, is die keuze snel gemaakt. En eerlijk gezegd, als ik dat vegetarisch vlees ruik wanneer het ontdooit in de magnetron, vind ik het opmerkelijk dat mensen die zo letten op wat ze innemen boterhambeleg kiezen dat zo bewerkt ruikt. Ik ben blij dat er ook kalkoenfilet is. En natuurlijk kaas, want ja, daar schijnen Nederlanders verzot op te zijn (deze Nederlander wel, althans).
Dag 17 – vrijdag 15 juni

De eerste helft van de dag werkten we als gewoonlijk in de groeve. Zondag is Vaderdag, en dan is er een soort open dag bij het project. Daarvoor moesten we vandaag onze grote botten in de grond laten zitten, zodat er ook iets te zien is. Mijn grote bot, waaraan ik aan het werken ben, wordt steeds groter. Aan de rechterkant verdwijnt mijn bot de zijmuur in, en aan de linkerkant zit een concretie, een stuk zand- of moddergesteente dat door chemische reacties vanuit water en kalksteen aan elkaar is ‘gecementeerd’. Erg hard, dus. Die concreties vinden we heel erg veel. Het nare is dat ze vaak, wanneer je ze tegenkomt, op bot lijken. Meerdere mensen zijn een uur of meer voorzichtig bezig geweest een ‘bot’ uit te graven, om er vervolgens achter te komen dat het om een concretie ging. Dit is een probleem dat zo vaak voorkomt, dat Rebekah, een van de meisjes uit onze groeve er een lied over aan het componeren is (met wat hulp van een paar anderen, inclusief Johannes en ondergetekende).

Behalve het werk aan mijn bot vond ik vandaag nog iets interessants: een steen. In elke andere omgeving zou niemand er een tweede keer naar kijken, maar in onze groeve zijn stenen belangrijk. De grootte en het gewicht van de stenen die in de moddersteenlaag zitten, geven namelijk informatie over de snelheid waarmee het water stroomde toen de laag werd afgezet. Daarom moest mijn steen gedocumenteerd worden.
Vlak voor de lunchtijd kregen we te horen dat onze groeve het eerste werd opgepikt. We gingen in groepen, dan konden we eerst douchen (eindelijk mochten we weer zeep gebruiken!) en dan naar de wasserette, zodat niet iedereen almaar hoefde te wachten. Tyler en ik hadden geluk, we konden in de dikke Ford pickup van een van de leiders meerijden en waren als eerste bij de wasserette. Daarna gingen we nog even langs Shopko, een soort Wall-Mart, maar dan wat kleiner en minder bekend (maar ja, volgens het bord heeft Newcastle, Wyoming goed 3200 inwoners).

’s Avonds bezochten we de Pizza Barn (de foto zegt genoeg), waar we heerlijk hebben gegeten. Er was alleen iets te veel pizza besteld, dus hadden we vijf grote dozen over. Die moesten natuurlijk mee (in busjes die al vol zaten met was, boodschappen en natuurlijk amateurpaleontologen). De beste oplossing, in mijn ogen, was om de vijf dozen op schoot te nemen (wat alleen kon als ik midden op de voorste bank zat, zodat de dozen tussen de chauffeurs- en bijrijdersstoel uitstaken. Dat was een interessant ritje over de zandweg, maar we hebben het overleefd.
Tegen zonsondergang (half 10 lokale tijd) hadden we een avonddienst, hier vesper genoemd, als begin van de sabbat.
Dag 18 – zaterdag 16 juni

Vanmorgen mochten we uitslapen tot 9 uur. Op de sabbat hoeven de corveegroepen niets te doen, alles wordt door de leiding verzorgd. Na het ontbijt hadden we een buitendienst.
Het weer was vandaag druilerig. We hadden hier en daar wat regen (maar niet zoveel as we de afgelopen nacht hadden, ik was net op tijd in mijn tent). Na de ochtenddienst hadden we even wat vrije tijd (ideaal om naar huis te bellen) en daarna gingen we picknicken. Dat hield in dat we zoveel mogelijk stoelen en een paar tafels in de laadbak van een pick-up gooiden (waarin Johannes, Tyler en ik het geluk hadden om mee te kunnen rijden) en toen over een soort van karrenspoor door de graslanden naar een mooie vallei waar we gingen lunchen.


Daar aangekomen hadden we onze lunch, waarna de groep zich verdeelde. Sommigen gingen wandelen, maar ik bleef op de lunchplek achter. Een paar van de groep hadden werpmessen bij waarmee we gingen ‘spelen’. De meeste vlogen (soms ver) voorbij de dode boom waarop we mikten, maar soms bleef het mes mooi in het hout steken. Ander ‘speelgoed’ dat we daar vonden was spear grass (zie foto’s onder), een grassoort die zaden met lange stelen produceert. Aan de zaden zit een haakje, waardoor je ze als een speer in andermans kleding kunt gooien. Dat was erg vermakelijk. Na nog wat leuke gesprekken gingen we terug naar het kamp. Daar hadden we avondeten (taco’s) en ’s avonds weer een avonddienst als afsluiting van de sabbat.
Vanwege het weer zitten de meeste mensen die op zijn nu nog binnen. Sommigen doen wat huiswerk, een paar zoeken fossielen uit die ze hebben gevonden, er wordt wat op een gitaar gepingeld… kortom, een gezellige boel. Maar misschien wel het leukste (of beter: lekkerste) van de avonden wordt verzorgd door een oudere man die Everett heet.

Hij is een jaarlijkse bezoeker van de opgraving en staat hier bekend om twee dingen: zijn peanut brittle en zijn hot sauce. Everett kweekt en verkoopt pepers, waarvan hij een hele lekkere saus heeft gemaakt. Een aantal van de groep is er erg fan van (jup, ik ook). In de avonden maakt Everett standaard een plaat peanut brittle, een lekkernij die bestaat uit een zakje pinda’s die bij elkaar worden gehouden door een soort suikermengsel. Wanneer dat afkoelt vormt het een harde matrix die je in stukken breekt en wat bij de kampeerders erg goed in de smaak valt.
Een kleine toevoeging: toen ik gisteravond deze blog online zette waren om de een of andere reden de wijzigingen niet opgeslagen. Daarom hebben een paar mensen een dode link of een lege blog te zien gekregen. Als je dit leest, is het probleem verholpen.
Erg leuk dit reisverslag! Zo krijg je een goede indruk van een ‘werkvakantie’ in de VS. Ben benieuwd naar de volgende update>
LikeLike